Uitleg van de conversie van hexadecimaal naar base64
Bij het omzetten van hexadecimale getallen naar base64 worden de cijfers en letters van het hexadecimale getal omgezet naar een corresponderende base64-notatie. Bij hexadecimale getallen zijn er 16 mogelijke tekens (0-9 en A-F), terwijl er bij base64 64 mogelijke tekens zijn die bestaan uit letters, cijfers en speciale karakters.
Een eenvoudig voorbeeld van een conversie van hexadecimaal naar base64 is bijvoorbeeld de hexadecimale waarde "1A3F". Dit kan worden omgezet naar de base64-waarde "Gj8=". Andere veelvoorkomende toepassingen van deze conversie kunnen zijn bij het coderen van gegevens voor beveiligingstoepassingen, het converteren van geheugenadressen voor efficiënt gebruik, of zelfs bij het verzenden van gegevens via URL's waar bepaalde tekens niet toegestaan zijn.